Lucas



Lucas 3


In het vijftiende jaar der regeering van keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus stadhouder over Judea was en Herodes viervorst van Galilea, zijn broeder Filippus van Iturea en Trachonitis, Lysanias van Abilene,

Tweet thisPost on Facebook

onder den hoogepriester Annas en Kajafas, kwam een woord Gods tot Johannes, den zoon van Zacharja, in de woestijn.


Toen ging hij in de geheele Jordaanstreek prediken den doop der bekeering tot vergeving van zonden;


zooals geschreven staat in het boek der woorden van den profeet Jezaja: In de woestijn klinkt de stem van een die uitroept: Bereidt den weg des Heeren, effent zijn paden.


Elk dal zal opgevuld worden, iedere berg en heuvel neerzinken; bochtige paden zullen recht worden en oneffen wegen glad.

Tweet thisPost on Facebook

En alle vleesch zal Gods heil aanschouwen.


En hij zeide tot de scharen die uitliepen om door hem gedoopt te worden: Adderengebroed! Wie heeft u gezegd dat gij aan het aanstaand strafgericht zoudt ontkomen?


Draagt dan vruchten die bij bekeering passen, en begint niet bij uzelf te zeggen: Wij hebben Abraham tot vader(-)want ik zeg u dat God uit deze steenen voor Abraham kinderen kan verwekken.


Reeds ligt de bijl aan den wortel der boomen; elke boom die geen goede vrucht draagt wordt omgehouwen en in het vuur geworpen.


Toen vroegen hem de scharen: Wat moeten wij dan doen?


Hij gaf hun ten antwoord: Wie twee stuks onderkleeren heeft deele er van mee aan hem die er geen heeft, en wie spijs heeft doe desgelijks.


Er kwamen ook tollenaars om gedoopt te worden en zeiden tot hem: Meester wat moeten wij doen?


Hij zeide tot hen: Neemt niet meer dan u gelast is.


Ook soldaten vroegen hem: En wij, wat moeten wij doen? Hij zeide tot hen: Doet niemand overlast aan, berooft niemand en vergenoegt u met uw soldij.


Toen nu het volk in spanning was en allen zich afvroegen of Johannes niet wellicht de Christus was


gaf hij allen ten antwoord: Ik doop u wel met water maar er komt een die machtiger is dan ik, wiens schoenriem ik niet waardig ben los te maken. Hij zal u doopen met heiligen geest en met vuur.


Zijn wan is in zijn hand om zijn dorschvloer te zuiveren en het graan in de schuur te verzamelen; maar het kaf zal hij met onuitbluschbaar vuur verbranden.


Zoo kondigde hij, nog met vele andere vermaningen, het volk de Heilmare aan.

Tweet thisPost on Facebook

Maar toen de viervorst Herodes door hem berispt werd ter zake van Herodias, de vrouw van zijn broeder, en van allerlei booze stukken die hij bedreef,