1 Kronieken



1 Kronieken 8


Benjamin nu gewon Bela, zijn eerstgeborene, Asbel, den tweede, en Ahrah, den derde,


Naho, den vierde, en Rafa, den vijfde,

Tweet thisPost on Facebook

Bela nu had deze kinderen: Addar, en Gera, en Abihud,

Tweet thisPost on Facebook

En Abisua, en Naaman, en Ahoah,

Tweet thisPost on Facebook

En Gera, en Sefufan, en Huram.

Tweet thisPost on Facebook

Dezen nu zijn de kinderen van Ehud; dezen waren hoofden der vaderen van de inwoners te Geba, en hij voerde hen over naar Manahath;


En Naaman, en Ahia, en Gera; dezen voerde hij weg; en hij gewon Uzza en Ahihud.

Tweet thisPost on Facebook

En Saharaim gewon kinderen in het land van Moab (nadat hij dezelve weggezonden had) uit Husim en Baara, zijn vrouwen;


En uit Hodes, zijn huisvrouw, gewon hij Jobab, en Zibja, en Mesa, en Malcham,

Tweet thisPost on Facebook

En Jeuz, en Sochja, en Mirma; dezen zijn zijne zonen, hoofden der vaderen.

Tweet thisPost on Facebook

En uit Husim gewon hij Abitub en Elpaal.

Tweet thisPost on Facebook

De kinderen van Elpaal nu waren Eber, en Misam, en Semed; deze heeft Ono gebouwd, en Lod en haar onderhorige plaatsen;


En Beria, en Sema; dezen waren hoofden der vaderen van de inwoners te Ajalon; dezen hebben de inwoners van Gath verdreven.


En Ahjo, Sasak en Jeremoth,

Tweet thisPost on Facebook

En Zebadja, en Arad, en Eder,

Tweet thisPost on Facebook

En Michael, en Jispa, en Joha waren kinderen van Beria.

Tweet thisPost on Facebook

En Zebadja, en Mesullam, en Hizki, en Heber,

Tweet thisPost on Facebook

En Jismerai, en Jizlia en Jobab, de kinderen van Elpaal.

Tweet thisPost on Facebook

En Jakim, en Zichri, en Zabdi,

Tweet thisPost on Facebook

En Eljoenai, en Zillethai, en Eliel,

Tweet thisPost on Facebook

En Adaja, en Beraja, en Simrath waren kinderen van Simei.

Tweet thisPost on Facebook

En Jispan, en Eber, en Eliel,

Tweet thisPost on Facebook

En Abdon, en Zichri, en Hanan,

Tweet thisPost on Facebook

En Hananja, en Elam, en Antothija,

Tweet thisPost on Facebook

En Jifdeja, en Pnuel waren zonen van Sasak.

Tweet thisPost on Facebook

En Samserai, en Seharja, en Athalja,

Tweet thisPost on Facebook

En Jaaresja, en Elia, en Zichri waren zonen van Jeroham.

Tweet thisPost on Facebook

Dezen waren de hoofden der vaderen, hoofden naar hun geslachten; dezen woonden te Jeruzalem.

Tweet thisPost on Facebook

En te Gibeon woonde de vader van Gibeon; en de naam zijner huisvrouw was Maacha.


En zijn eerstgeboren zoon was Abdon, daarna Zur, en Kis, en Baal, en Nadab,

Tweet thisPost on Facebook

En Gedor, en Ahio, en Zecher.


En Mikloth gewon Simea; en dezen woonden ook tegenover hun broederen te Jeruzalem, met hun broederen.

Tweet thisPost on Facebook

Ner nu gewon Kis, en Kis gewon Saul, en Saul gewon Jonathan, en Malchi-sua, Abinadab, en Esbaal.


En Jonathans zoon was Merib-baal, en Merib-baal gewon Micha.


De kinderen van Micha nu waren Pithon, en Melech, en Thaarea, en Achaz.


En Achaz gewon Jehoadda, en Jehoadda gewon Alemeth, en Azmaveth, en Zimri; Zimri nu gewon Moza;

Tweet thisPost on Facebook

En Moza gewon Bina; zijn zoon was Rafa; zijn zoon was Elasa; zijn zoon was Azel.

Tweet thisPost on Facebook

Azel nu had zes zonen, en dit zijn hun namen; Azrikam, Bochru, en Ismael, en Searja, en Obadja, en Hanan. Al dezen waren zonen van Azel.

Tweet thisPost on Facebook

En de zonen van Esek, zijn broeder, waren Ulam, zijn eerstgeborene, Jeus, de tweede, en Elifelet, de derde.

Tweet thisPost on Facebook

En de zonen van Ulam waren mannen, kloeke helden, den boog spannende, en zij hadden vele zonen, en zoons zonen, honderd en vijftig. Al dezen waren van de kinderen van Benjamin.







This goes to iframe