Psalmen



Psalm 119


Aleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan.


Welgelukzalig zijn zij, die Zijn getuigenissen onderhouden, [die] Hem van ganser harte zoeken;


Ook geen onrecht werken, [maar] wandelen in Zijn wegen.


HEERE! Gij hebt geboden, dat men Uw bevelen zeer bewaren zal.

Tweet thisPost on Facebook

Och, dat mijn wegen gericht werden, om Uw inzettingen te bewaren!


Dan zou ik niet beschaamd worden, wanneer ik merken zou op al Uw geboden.


Ik zal U loven in oprechtheid des harten, als ik de rechten Uwer gerechtigheid geleerd zal hebben.

Tweet thisPost on Facebook

Ik zal Uw inzettingen bewaren; verlaat mij niet al te zeer.

Tweet thisPost on Facebook

Beth. Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij [dat] houdt naar Uw woord.


Ik zoek U met mijn gehele hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen.


Ik heb Uw rede in mijn hart verborgen, opdat ik tegen U niet zondigen zou.


HEERE! Gij zijt gezegend; leer mij Uw inzettingen.


Ik heb met mijn lippen verteld al de rechten Uws monds.

Tweet thisPost on Facebook

Ik ben vrolijker in den weg Uwer getuigenissen, dan over allen rijkdom.

Tweet thisPost on Facebook

Ik zal Uw bevelen overdenken, en op Uw paden letten.


Ik zal mijzelven vermaken in Uw inzettingen; Uw woord zal ik niet vergeten.


Gimel. Doe wel bij Uw knecht, [dat] ik leve en Uw woord beware.

Tweet thisPost on Facebook

Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet.


Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet.


Mijn ziel is verbroken vanwege het verlangen naar Uw oordelen te aller tijd.

Tweet thisPost on Facebook

Gij scheldt de vervloekte hovaardigen, die van Uw geboden afdwalen.


Wentel van mij versmaadheid en verachting, want ik heb Uw getuigenissen onderhouden.

Tweet thisPost on Facebook

[Als] zelfs de vorsten zittende tegen mij gesproken hebben, heeft Uw knecht Uw inzettingen betracht.

Tweet thisPost on Facebook

Ook zijn Uw getuigenissen mijn vermakingen, [en] mijn raadslieden.


Daleth. Mijn ziel kleeft aan het stof; maak mij levend naar Uw woord.


Ik heb [U] mijn wegen verteld, en Gij hebt mij verhoord; leer mij Uw inzettingen.


Geef mij den weg Uwer bevelen te verstaan, opdat ik Uw wonderen betrachte.

Tweet thisPost on Facebook

Mijn ziel druipt weg van treurigheid; richt mij op naar Uw woord.

Tweet thisPost on Facebook

Wend van mij den weg der valsheid, en verleen mij genadiglijk Uw wet.


Ik heb verkoren den weg der waarheid, Uw rechten heb ik mij voorgesteld.

Tweet thisPost on Facebook

Ik kleef vast aan Uw getuigenissen; o HEERE! beschaam mij niet.

Tweet thisPost on Facebook

Ik zal den weg Uwer geboden lopen, als Gij mijn hart verwijd zult hebben.


He. HEERE! leer mij den weg Uwer inzettingen, en ik zal hem houden ten einde toe.


Geef mij het verstand, en ik zal Uw wet houden; ja, ik zal ze onderhouden met gansen harte.


Doe mij treden op het pad Uwer geboden, want daarin heb ik lust.

Tweet thisPost on Facebook

Neig mijn hart tot Uw getuigenissen, en niet tot gierigheid.


Wend mijn ogen af, dat zij geen ijdelheid zien; maak mij levend door Uw wegen.


Bevestig Uw toezegging aan Uw knecht, die Uw vreze toegedaan is.


Wend mijn smaadheid af, die ik vreze, want Uw rechten zijn goed.

Tweet thisPost on Facebook

Zie, ik heb een begeerte tot Uw bevelen; maak mij levend door Uw gerechtigheid.

Tweet thisPost on Facebook

Vau. En dat mij Uw goedertierenheden overkomen, o HEERE! Uw heil, naar Uw toezegging;

Tweet thisPost on Facebook

Opdat ik mijn smader wat heb te antwoorden, want ik vertrouw op Uw woord.

Tweet thisPost on Facebook

En ruk het woord der waarheid van mijn mond niet al te zeer, want ik hoop op Uw rechten.

Tweet thisPost on Facebook

Zo zal ik Uw wet steeds onderhouden, eeuwiglijk en altoos.

Tweet thisPost on Facebook

En ik zal wandelen in de ruimte, omdat ik Uw bevelen gezocht heb.

Tweet thisPost on Facebook

Ook zal ik voor koningen spreken van Uw getuigenissen, en mij niet schamen.


En ik zal mij vermaken in Uw geboden, die ik liefheb.

Tweet thisPost on Facebook

En ik zal mijn handen opheffen naar Uw geboden, die ik liefheb, en ik zal Uw inzettingen betrachten.

Tweet thisPost on Facebook

Zain. Gedenk des woords, tot Uw knecht [gesproken], op hetwelk Gij mij hebt doen hopen.

Tweet thisPost on Facebook

Dit is mijn troost in mijn ellende, want Uw toezegging heeft mij levend gemaakt.


De hovaardigen hebben mij boven mate zeer bespot; [nochtans] ben ik van Uw wet niet geweken.


Ik heb gedacht, o HEERE! aan Uw oordelen van ouds aan, en heb mij getroost.

Tweet thisPost on Facebook

Grote beroering heeft mij bevangen vanwege de goddelozen, die Uw wet verlaten.


Uw inzettingen zijn mij gezangen geweest, ter plaatse mijner vreemdelingschappen.

Tweet thisPost on Facebook

HEERE! des nachts ben ik Uws Naams gedachtig geweest, en heb Uw wet bewaard.


Dat is mij geschied, omdat ik Uw bevelen bewaard heb.

Tweet thisPost on Facebook

Cheth. De HEERE is mijn deel, ik heb gezegd, dat ik Uw woorden zal bewaren.


Ik heb Uw aanschijn ernstelijk gebeden van ganser harte, wees mij genadig naar Uw toezegging.

Tweet thisPost on Facebook

Ik heb mijn wegen bedacht, en heb mijn voeten gekeerd tot Uw getuigenissen.


Ik heb gehaast, en niet vertraagd Uw geboden te onderhouden.

Tweet thisPost on Facebook

De goddeloze hopen hebben mij beroofd; [nochtans] heb ik Uw wet niet vergeten.

Tweet thisPost on Facebook

Te middernacht sta ik op, om U te loven voor de rechten Uwer gerechtigheid.


Ik ben een gezel van allen, die U vrezen, en van hen, die Uw bevelen onderhouden.

Tweet thisPost on Facebook

HEERE! de aarde is vol van Uw goedertierenheid; leer mij Uw inzettingen.


Teth. Gij hebt bij Uw knecht goed gedaan, HEERE, naar Uw woord.

Tweet thisPost on Facebook

Leer mij een goeden zin en wetenschap, want ik heb aan Uw geboden geloofd.

Tweet thisPost on Facebook

Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu onderhoud ik Uw woord.


Gij zijt goed en goeddoende; leer mij Uw inzettingen.


De hovaardigen hebben leugens tegen mij gestoffeerd; [doch] ik bewaar Uw bevelen van ganser harte.


Hun hart is vet als smeer; [maar] ik heb vermaak [in] Uw wet.


Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde.


De wet Uws monds is mij beter, dan duizenden van goud of zilver.


Jod. Uw handen hebben mij gemaakt, en bereid; maak mij verstandig, opdat ik Uw geboden lere.


Die U vrezen, zullen mij aanzien, en zich verblijden, omdat ik op Uw woord gehoopt heb.


Ik weet, HEERE! dat Uw gerichten de gerechtigheid zijn, en dat Gij mij uit getrouwheid verdrukt hebt.


Laat toch Uw goedertierenheid zijn om mij te troosten, naar Uw toezegging aan Uw knecht.

Tweet thisPost on Facebook

Laat mij Uw barmhartigheden overkomen, opdat ik leve, want Uw wet is al mijn vermaking.

Tweet thisPost on Facebook

Laat de hovaardigen beschaamd worden, omdat zij mij met leugen nedergestoten hebben; [doch] ik betracht Uw geboden.


Laat hen tot mij keren, die U vrezen, en die Uw getuigenissen kennen.

Tweet thisPost on Facebook

Laat mijn hart oprecht zijn tot Uw inzettingen, opdat ik niet beschaamd worde.


Caph. Mijn ziel is bezweken van verlangen naar Uw heil; op Uw woord heb ik gehoopt.


Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw toezegging, terwijl ik zeide: Wanneer zult Gij mij vertroosten?


Want ik ben geworden als een lederen zak in den rook; [doch] Uw inzettingen heb ik niet vergeten.


Hoe vele zullen de dagen Uws knechts zijn? Wanneer zult Gij recht doen over mijn vervolgers?


De hovaardigen hebben mij putten gegraven, hetwelk niet is naar Uw wet.


Al Uw geboden zijn waarheid; zij vervolgen mij met leugen, help mij.


Zij hebben mij bijna vernietigd op de aarde, maar ik heb Uw bevelen niet verlaten.

Tweet thisPost on Facebook

Maak mij levend naar Uw goedertierenheid, dan zal ik de getuigenis Uws monds onderhouden.

Tweet thisPost on Facebook

Lamed. O HEERE! Uw woord bestaat in der eeuwigheid in de hemelen.


Uw goedertierenheid is van geslacht tot geslacht; Gij hebt de aarde vastgemaakt, en zij blijft staan;


Naar Uw verordeningen blijven zij [nog] heden staan, want zij allen zijn Uw knechten.


Indien Uw wet niet ware geweest al mijn vermaking, ik ware in mijn druk al lang vergaan.


Ik zal Uw bevelen in der eeuwigheid niet vergeten, want door dezelve hebt Gij mij levend gemaakt.

Tweet thisPost on Facebook

Ik ben Uw, behoud mij, want ik heb Uw bevelen gezocht.


De goddelozen hebben op mij gewacht, om mij te doen vergaan; ik neem acht op Uw getuigenissen.

Tweet thisPost on Facebook

In alle volmaaktheid heb ik een einde gezien; [maar] Uw gebod is zeer wijd.


Mem. Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn betrachting den gansen dag.


Zij maakt mij door Uw geboden wijzer, dan mijn vijanden zijn, want zij is in eeuwigheid bij mij.


Ik ben verstandiger dan al mijn leraars, omdat Uw getuigenissen mijn betrachting zijn.


Ik ben voorzichtiger dan de ouden, omdat ik Uw bevelen bewaard heb.


Ik heb mijn voeten geweerd van alle kwade paden, opdat ik Uw woord zou onderhouden.


Ik ben niet geweken van Uw rechten, want Gij hebt mij geleerd.


Hoe zoet zijn Uw redenen mijn gehemelte geweest, meer dan honig mijn mond!


Uit Uw bevelen krijg ik verstand, daarom haat ik alle leugenpaden.

Tweet thisPost on Facebook

Nun. Uw woord is een lamp voor mijn voet, en een licht voor mijn pad.

Tweet thisPost on Facebook

Ik heb gezworen, en zal het bevestigen, dat ik onderhouden zal de rechten Uwer gerechtigheid.


Ik ben gans zeer verdrukt, HEERE! maak mij levend naar Uw woord.

Tweet thisPost on Facebook

Laat U toch, o HEERE! welgevallen de vrijwillige offeranden mijns monds, en leer mij Uw rechten.


Mijn ziel is geduriglijk in mijn hand; nochtans vergeet ik Uw wet niet.


De goddelozen hebben mij een strik gelegd; nochtans ben ik niet afgedwaald van Uw bevelen.

Tweet thisPost on Facebook

Ik heb Uw getuigenissen genomen tot een eeuwige erve, want zij zijn mijns harten vrolijkheid.


Ik heb mijn hart geneigd, om Uw inzettingen eeuwiglijk te doen, ten einde toe.

Tweet thisPost on Facebook

Samech. Ik haat de kwade ranken, maar heb Uw wet lief.

Tweet thisPost on Facebook

Gij zijt mijn Schuilplaats en mijn Schild; op Uw Woord heb ik gehoopt.


Wijkt van mij, gij boosdoeners! dat ik de geboden mijns Gods moge bewaren.


Ondersteun mij naar Uw toezegging, opdat ik leve; en laat mij niet beschaamd worden over mijn hope.


Ondersteun mij, zo zal ik behouden zijn; dan zal ik mij steeds in Uw inzettingen vermaken.


Gij vertreedt al degenen, die van Uw inzettingen afdwalen, want hun bedrog is leugen.

Tweet thisPost on Facebook

Gij doet alle goddelozen der aarde weg [als] schuim, daarom heb ik Uw getuigenissen lief.


[Het] [haar] mijns vleses is te berge gerezen van verschrikking voor U, en ik heb gevreesd voor Uw oordelen.


Ain. Ik heb recht en gerechtigheid gedaan; geef mij niet over aan mijn onderdrukkers.

Tweet thisPost on Facebook

Wees borg voor Uw knecht ten goede; laat de hovaardigen mij niet onderdrukken.


Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw heil, en naar de toezegging Uwer rechtvaardigheid.

Tweet thisPost on Facebook

Doe bij Uw knecht naar Uw goedertierenheid, en leer mij Uw inzettingen.

Tweet thisPost on Facebook

Ik ben Uw knecht, maak mij verstandig, en ik zal Uw getuigenissen kennen.

Tweet thisPost on Facebook

Het is tijd voor den HEERE, dat Hij werke, [want] zij hebben Uw wet verbroken.

Tweet thisPost on Facebook

Daarom heb ik Uw geboden lief, meer dan goud, ja, meer dan het fijnste goud.


Daarom heb ik al [Uw] bevelen, van alles, voor recht gehouden; [maar] alle valse pad heb ik gehaat.

Tweet thisPost on Facebook

Pe. Uw getuigenissen zijn wonderbaar, daarom bewaart ze mijn ziel.

Tweet thisPost on Facebook

De opening Uwer woorden geeft licht, de slechten verstandig makende.


Ik heb mijn mond wijd opengedaan, en gehijgd, want ik heb verlangd naar Uw geboden.

Tweet thisPost on Facebook

Zie mij aan, wees mij genadig, naar het recht aan degenen, die Uw Naam beminnen.


Maak mijn voetstappen vast in Uw Woord, en laat geen ongerechtigheid over mij heersen.


Verlos mij van des mensen overlast, en ik zal Uw bevelen onderhouden.


Doe Uw aangezicht lichten over Uw knecht, en leer mij Uw inzettingen.


Waterbeken vlieten af uit mijn ogen, omdat zij Uw wet niet onderhouden.


Tsade. HEERE! Gij zijt rechtvaardig, en elkeen Uwer oordelen is recht.


Gij hebt de gerechtigheid Uwer getuigenissen, en de waarheid hogelijk geboden.


Mijn ijver heeft mij doen vergaan, omdat mijn wederpartijders Uw woorden vergeten hebben.

Tweet thisPost on Facebook

Uw woord is zeer gelouterd, en Uw knecht heeft het lief.

Tweet thisPost on Facebook

Ik ben klein en veracht, [doch] Uw bevelen vergeet ik niet.


Uw gerechtigheid is gerechtigheid in eeuwigheid, en Uw wet is de waarheid.


Benauwdheid en angst hebben mij getroffen, [doch] Uw geboden zijn mijn vermakingen.

Tweet thisPost on Facebook

De gerechtigheid Uwer getuigenissen is in der eeuwigheid; doe ze mij verstaan, zo zal ik leven.

Tweet thisPost on Facebook

Koph. Ik heb van ganser harte geroepen: verhoor mij, o HEERE! ik zal Uw inzettingen bewaren.

Tweet thisPost on Facebook

Ik heb U aangeroepen, verlos mij, en ik zal Uw getuigenissen onderhouden.

Tweet thisPost on Facebook

Ik ben de [morgen] schemering voorgekomen, en heb geschrei gemaakt; op Uw woord heb ik gehoopt.

Tweet thisPost on Facebook

Mijn ogen komen de [nacht] waken voor, om Uw rede te betrachten.


Hoor mijn stem naar Uw goedertierenheid, o HEERE! maak mij levend naar Uw recht.

Tweet thisPost on Facebook

Die kwade praktijken najagen, genaken [mij], zij wijken verre van Uw wet.

Tweet thisPost on Facebook

[Maar] Gij, HEERE! zijt nabij, en al Uw geboden zijn waarheid.


Van ouds heb ik geweten van Uw getuigenissen, dat Gij ze in eeuwigheid gegrond hebt.


Resch. Zie mijn ellende aan, en help mij uit, want Uw wet heb ik niet vergeten.


Twist mijn twistzaak, en verlos mij, maak mij levend, naar Uw toezegging.


Het heil is verre van de goddelozen, want zij zoeken Uw inzettingen niet.


HEERE! Uw barmhartigheden zijn vele; maak mij levend naar Uw rechten.

Tweet thisPost on Facebook

Mijn vervolgers en mijn wederpartijders zijn vele, [maar] van Uw getuigenissen wijk ik niet.

Tweet thisPost on Facebook

Ik heb gezien degenen, die trouwelooslijk handelen, en het verdroot mij, dat zij Uw woord niet onderhielden.

Tweet thisPost on Facebook

Zie aan, dat ik Uw bevelen lief heb, o HEERE! maak mij levend naar Uw goedertierenheid.

Tweet thisPost on Facebook

Het begin Uws woords is waarheid, en in der eeuwigheid is al het recht Uwer gerechtigheid.

Tweet thisPost on Facebook

Schin. De vorsten hebben mij vervolgd zonder oorzaak; maar mijn hart heeft gevreesd voor Uw woord.


Ik ben vrolijk over Uw toezegging, als een, die een groten buit vindt.

Tweet thisPost on Facebook

Ik haat de valsheid, en heb er een gruwel van; [maar] Uw wet heb ik lief.

Tweet thisPost on Facebook

Ik loof U zevenmaal des daags, over de rechten Uwer gerechtigheid.

Tweet thisPost on Facebook

Die Uw wet beminnen, hebben groten vrede, en zij hebben geen aanstoot.


O HEERE! ik hoop op Uw heil, en doe Uw geboden.

Tweet thisPost on Facebook

Mijn ziel onderhoudt Uw getuigenissen, en ik heb ze zeer lief.

Tweet thisPost on Facebook

Ik onderhoud Uw bevelen en Uw getuigenissen, want al mijn wegen zijn voor U.


Thau. O HEERE! laat mijn geschrei voor Uw aanschijn genaken, maak mij verstandig naar Uw woord.

Tweet thisPost on Facebook

Laat mijn smeken voor Uw aanschijn komen, red mij naar Uw toezegging.

Tweet thisPost on Facebook

Mijn lippen zullen [Uw] lof overvloediglijk uitstorten, als Gij mij Uw inzettingen zult geleerd hebben.

Tweet thisPost on Facebook

Mijn tong zal spraak houden van Uw rede, want al Uw geboden zijn rechtvaardigheid.

Tweet thisPost on Facebook

Laat Uw hand mij te hulp komen, want ik heb Uw bevelen verkoren.


O HEERE! ik verlang naar Uw heil, en Uw wet is al mijn vermaking.

Tweet thisPost on Facebook

Laat mijn ziel leven, en zij zal U loven, en laat Uw rechten mij helpen.

Tweet thisPost on Facebook

Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw knecht, want Uw geboden heb ik niet vergeten.







This goes to iframe