Ezechiel



Ezechiel 15


En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende:

Tweet thisPost on Facebook

Mensenkind, wat is het hout des wijnstoks meer dan alle hout, [of] de wijnrank [meer] [dan] dat onder het hout eens wouds is?


Wordt daarvan hout genomen, om een stuk werk te maken? Neemt men daarvan een pin, om enig vat daaraan te hangen?

Tweet thisPost on Facebook

Ziet, het wordt aan het vuur overgegeven, opdat het verteerd worde; het vuur verteert beide zijn einden, en zijn middelste wordt verbrand; zou het deugen tot een stuk werks?


Ziet, toen het geheel was, werd het tot geen stuk werks gemaakt; hoeveel te min als het vuur dat verteerd heeft, zodat het verbrand is, zal het dan nog tot een stuk werks gemaakt worden?

Tweet thisPost on Facebook

Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Gelijk als het hout des wijnstoks is onder het hout des wouds, hetwelk Ik aan het vuur overgeef, opdat het verteerd worde, alzo zal Ik de inwoners van Jeruzalem overgeven.

Tweet thisPost on Facebook

Want Ik zal Mijn aangezicht tegen hen zetten; als zij van het [ene] vuur uitgaan, zal het [andere] vuur hen verteren; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik Mijn aangezicht tegen hen gesteld zal hebben.


En Ik zal het land woest maken, omdat zij zwaarlijk overtreden hebben, spreekt de Heere HEERE.

Tweet thisPost on Facebook






This goes to iframe