Johannes



Johannes 15


Исус поучава своје ученике

Ik ben de ware wijnstok, en mijn Vader is de landman.

Tweet thisPost on Facebook

Elke rank aan mij die geen vrucht draagt neemt Hij weg, en elke die wel vrucht draagt reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage.


Reeds door het woord dat ik tot u gesproken heb zijt gij rein;


blijft in mij, opdat ik in u blijve. Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, maar alleen wanneer zij in den wijnstok blijft, evenmin gij, indien gij in mij niet blijft.


Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in mij blijft, terwijl ik in hem blijf, die zal veel vrucht dragen; want zonder mij kunt gij niets doen.


Blijft iemand niet in mij, dan wordt hij buitengeworpen, als een rank, en verdort; men zamelt die dorre ranken op en werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand.


Maar blijft gij in mij en blijven mijn woorden in u, dan moogt gij, alwat gij wilt, bidden, en het zal geschieden.


Hierin is mijn Vader verheerlijkt dat gij veel vrucht draagt en mijn leerlingen wordt.


Zooals de Vader mij heeft liefgehad, heb ook ik u liefgehad. Blijft mijn liefde voor u behouden.

Tweet thisPost on Facebook

Indien gij mijn geboden opvolgt, zult gij mijn liefde blijven behouden, zooals ik de geboden van mijn Vader opgevolgd heb en bij Hem geliefd blijf.

Tweet thisPost on Facebook

Dit heb ik tot u gesproken opdat mijn blijdschap uw deel zij en uw blijdschap volkomen worde.


Dit is mijn gebod dat gij elkander liefhebt, zooals ik u liefgehad heb.


Niemand betoont grooter liefde dan hij die zijn leven prijsgeeft voor zijn vrienden.


Gij zijt mijn vrienden, indien gij doet wat ik u gebied.

Tweet thisPost on Facebook

Ik noem u niet langer slaven; want de slaaf weet niet wat zijn heer doet; maar u heb ik vrienden genoemd, omdat ik u alwat ik van mijn Vader gehoord heb bekend heb gemaakt.


Gij hebt mij niet uitverkoren, maar ik heb u uitverkoren en u bestemd om veel vrucht te gaan dragen; en die vrucht moet duurzaam zijn, opdat ik u geve alwat gij den Vader met aanroeping van mijn naam vragen zult.


Dit gebied ik u, dat gij elkander liefhebt.

Tweet thisPost on Facebook

Indien de wereld u haat, weet dan dat zij mij eer dan u gehaat heeft.


Waart gij uit de wereld afkomstig, de wereld zou liefhebben wat haar toebehoort; maar omdat gij niet uit de wereld afkomstig zijt, maar ik u uit de wereld verkoren heb, daarom haat u de wereld.


Gedenkt wat ik u gezegd heb: De slaaf is niet meer dan zijn heer. Indien zij mij vervolgd hebben, zullen zij ook u vervolgen; indien zij op mijn woord achtslaan, zullen zij ook op het uwe achtslaan.


Maar dat alles zullen zij u aandoen omdat gij mijn naam draagt; daar zij mijn Zender niet kennen.

Tweet thisPost on Facebook

Was ik niet gekomen en had ik niet tot hen gesproken, zij zouden geen zonde hebben; maar thans hebben zij geen verontschuldiging voor hun zonde.


Wie mij haat haat ook mijn Vader.


Indien ik niet onder hen die werken gedaan had die geen ander gedaan heeft, zouden zij geen zonde hebben; maar nu hebben zij ze gezien en toch en mij en mijn Vader gehaat.

Tweet thisPost on Facebook

Maar dit geschiedt opdat het woord dat in hun wet geschreven staat vervuld worde: Zij hebben mij zonder grond gehaat.


Wanneer de Helper komt dien ik u van den Vader zenden zal, de Geest der waarheid, die van den Vader uitgaat, dan zal die omtrent mij getuigen.


En ook gij zult getuigen; want gij zijt van den beginne af bij mij geweest.







This goes to iframe