Handelingen



Handelingen 17


Друго мисионарско путовање апостола Павла

Zij namen hun weg over Amfipolis en Apollonia en kwamen te Thessalonica waar een synagoge der Joden was.

Tweet thisPost on Facebook

Naar zijn gewoonte ging Paulus tot hen en sprak met hen drie sabbatten achtereen uit de Schriften;


hij legde hun uit en bewees hun dat de Christus moest lijden en uit de dooden opstaan, en dat de Jezus dien hij verkondigde de Christus was.


Sommigen van hen lieten zich overtuigen en sloten zich bij Paulus en Silas aan; ook een groot aantal godvreezende heidenen en niet weinige aanzienlijke vrouwen.


Maar de Joden, van nijd vervuld, verwekten met behulp van eenige slechte mannen uit het marktvolk een oploop; zoodat de geheele stad in rep en roer kwam. Zij vielen op het huis van Jason aan en trachtten hen voor het volk te brengen.


Toen zij hen niet vonden, sleepten zij Jason en eenige broeders naar de stadsoverheid, onder het geschreeuw van: Deze menschen, die de geheele wereld in beroering brengen, zijn hier ook gekomen.


Jason heeft hen in huis gehaald; en zij handelen allen tegen de bevelen van den keizer door te zeggen dat er een andere koning is, Jezus.


Zoo brachten zij de schare in opschudding, alsook de stadsoverheid, die dat hoorde;

Tweet thisPost on Facebook

maar toen Jason en de anderen hen gerustgesteld hadden, liet men hen vrij heengaan.

Tweet thisPost on Facebook

De broeders zonden in denzelfden nacht nog Paulus en Silas naar Berea.


Na hun aankomst gingen zij naar de synagoge der Joden; en dezen waren betergezind dan die van Thessalonica: zij namen het woord met volle bereidwilligheid aan en onderzochten dag aan dag de Schriften, of die dingen zoo waren.


Zoo werden velen van hen geloovig, alsook niet weinige voorname heidensche vrouwen en mannen.

Tweet thisPost on Facebook

Maar toen de Joden van Thessalonica gewaarwerden dat het woord Gods ook in Berea door Paulus verkondigd werd, kwamen zij ook daar de schare ophitsen en in beroering brengen.


Nu lieten de broeders ijlings Paulus naar de zeekust vertrekken; terwijl Silas en Timotheus in de stad bleven.


Zij die Paulus begeleidden brachten hem naar Athene en keerden terug met het bevel aan Silas en Timotheus zoo spoedig mogelijk bij hem te komen.


Terwijl Paulus op hen wachtte, werd hij zeer ontroerd toen hij zag dat de stad vol afgodsbeelden was.


Hij knoopte dan dagelijks gesprekken aan, in de synagoge met de Joden en de godvreezenden, en op de markt met wie hij er aantrof.


En eenige Epicureische en Stoische wijsgeeren bestreden hem, en sommigen zeiden: Wat wil toch die praatjesmaker zeggen? anderen: Het schijnt dat hij de verkondiger is van buitenlandsche godheden(-)omdat hij Jezus en de Opstanding predikte.

Tweet thisPost on Facebook

Zij namen hem dan mee, voerden hem naar den Areopagus en zeiden: Kunnen wij niet te weten komen wat die nieuwe leer is die gij predikt?

Tweet thisPost on Facebook

Want gij geeft ons eenige zonderlinge dingen te hooren. Wij willen wel eens weten, wat dat beteekent. (-)

Tweet thisPost on Facebook

Alle Atheners nu en de: vreemdelingen die zich daar ophouden hebben voor niets anders tijd dan om nieuwtjes te zeggen of te hooren.

Tweet thisPost on Facebook

Апостол Павле проповеда у Атини

Toen sprak Paulus, midden op den Areopagus staande: Atheners, ik zie dat gij in elk opzicht bijzonder godsdienstig zijt.


Want toen ik uw stad doorging en uw heiligdommen beschouwde, zag ik ook een altaar met het opschrift: Aan een onbekenden god. Welnu, hetgeen gij zonder het te kennen vereert, dat verkondig ik u.


De God die de wereld en alwat daarin is heeft gemaakt, die dus de heer is van hemel en aarde, woont niet in met handen gemaakte tempels


en wordt niet door menschenhanden gediend alsof Hij aan iets behoefte had, daar Hijzelf aan allen het leven, den adem en alles geeft.


Ook heeft Hij uit een stamvader alle volken der menschheid gemaakt om hen over de geheele oppervlakte der aarde te doen wonen, na de wisseling der jaargetijden en de grenzen hunner woonplaatsen vooruit vastgesteld te hebben;


opdat zij God zouden zoeken, of zij Hem wellicht tasten en vinden mochten, hoewel Hij niet ver is van ieder onzer.


Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij; zooals ook sommige uwer dichters gezegd hebben: Want wij zijn zelfs zijn geslacht.


Zijn wij dus Gods geslacht, dan moeten wij niet denken dat het goddelijke gelijk is aan goud, zilver of steen, een werk van menschelijke kunst en overleg.


God nu heeft over de tijden der onwetendheid heengezien, maar beveelt nu de menschen zich allen overal te bekeeren;


daar Hij een dag heeft bepaald waarop Hij de wereld naar recht zal oordeelen, door middel van een daarvoor aangewezen man. Hiervan heeft Hij allen zekerheid gegeven door hem uit de dooden op te wekken.


Bij het hooren van doodenopstanding spotten dezen en zeiden genen: Daarover willen wij later meer van u hooren.

Tweet thisPost on Facebook

Zoo ging Paulus van hen weg.

Tweet thisPost on Facebook

Maar eenige mannen sloten zich bij hem aan en werden geloovig; onder anderen Dionysius de Areopagiet en een vrouw Damaris genaamd.







This goes to iframe