Romeinen



Romeinen 12


Ik vermaan u dan, broeders, bij de ontferming Gods, uw lichamen op te dragen als een levende, heilige, Gode welgevallige offerande; daarin bestaat uw redelijke godsvereering;


en wordt niet gelijkvormig aan deze wereld maar wordt hervormd door vernieuwing des gemoeds; opdat gij goed moogt onderscheiden wat de wil Gods, wat goed, aangenaam en volmaakt is.


Want op grond van de mij geschonken genade beveel ik aan ieder die onder u is, niet hooger van zichzelf te denken dan betaamt, maar van zichzelf bescheiden te denken, ieder naar de mate van geloof, door God hem toebedeeld.


Want zooals wij in een lichaam vele leden hebben, en al die leden niet hetzelfde werk hebben te doen,

Tweet thisPost on Facebook

zoo zijn wij allen met elkander een lichaam in Christus en hoofd voor hoofd elkanders leden.


Wij hebben verschillende gaven overeenkomstig de ons geschonken genade.


Hebt gij de gave der profetie, gebruik die overeenkomstig uw geloof; of die van het bedienen leg u toe op het bedienen; of zijt gij een onderwijzer, geef dan onderricht,


of een die vermanen kan, vermaan; wie iets heeft mee te deelen doe het eenvoudigweg; wie opziener is zij ijverig; wie barmhartigheid bewijst doe het blijmoedig.


De liefde zij ongeveinsd. Hebt een afschuw van het kwade hangt het goede aan,


hebt elkander hartelijk als broeders lief, gaat elkander voor in eerbetoon,

Tweet thisPost on Facebook

weest niet traag maar ijverig, vurig van geest; dient den Heer,


weest blijde door hoop en lijdzaam in verdrukking, volhardt in het gebed,


voorziet in de behoeften der heiligen, legt u op de gastvrijheid toe.


Zegent wie u vervolgen, zegent en vervloekt niet.


Verblijdt u met de blijden, weent met hen die weenen.


Weest eensgezind onder elkander koestert geen trotsche gedachten, maar voegt u naar het nederige. Weest niet wijs in eigen oog.


Vergeldt niemand kwaad voor kwaad, maar weest vriendelijk jegens alle menschen.

Tweet thisPost on Facebook

Houdt, indien het mogelijk is, zoover het in uw macht staat, vrede met alle menschen.

Tweet thisPost on Facebook

Wreekt u niet, geliefden maar laat dat over aan den Toorn; want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, spreekt de Heer.


Integendeel: indien uw vijand hongert, geeft hem te eten; heeft hij dorst, geef hem te drinken want zoo hoopt gij kolen vuurs op zijn hoofd.


Laat u door het kwade niet overwinnen, maar overwint het kwade door het goede.







This goes to iframe