Filippenzen



Filippenzen 2


Daarom, indien onder u eenige Christelijke opwekking, liefderijke toespraak geestesgemeenschap, hartelijkheid en ontferming is,


maakt dan mijn vreugd volkomen door eensgezind te zijn, gelijke onderlinge liefde te hebben, als menschen die, een van ziel, op hetzelfde bedacht zijn,


niet in twistgierigheid en ijdelheid, maar ootmoedig tegen elkander opziend,


niet lettend op uw eigen belang, maar ieder ook op dat van den ander.


Laat dezelfde gezindheid onder u zijn als in Christus Jezus was,


die, hoewel hij Gods gestalte had, er niet aan dacht de gelijkheid met God door roof zich toe te eigenen,


maar zichzelf ontdeed van de heerlijkheid, door een knechtsgestalte aan te nemen en uiterlijk aan een mensch gelijk te worden.


In de gedaante van een mensch aangetroffen, vernederde hij zich en werd gehoorzaam tot den dood, ja, den dood des kruises.


Daarom heeft God hem zeer verhoogd en hem den naam die hooger dan alle namen is gegeven;


opdat op het hooren van den naam van Jezus de knieen gebogen worden van alwie in de hemelen, op de aarde en onder de aarde zijn,


en elke tong tot eer van God den Vader belijde dat Jezus Christus de Heer is.


Dus, mijn geliefden, zooals gij altijd gehoorzaam zijt geweest, niet alleen in mijn tegenwoordigheid, maar nu nog veeleer in mijn afwezigheid, werkt aan uw eigen redding met vrees en beving;


want het is God die u en doet willen en doet werken, opdat gij Hem moogt welgevallig zijn.


Doet alles zonder morren en zonder u te bedenken;

Tweet thisPost on Facebook

opdat gij onberispelijk en oprecht moogt zijn, vleklooze kinderen Gods te midden van een krom en verdraaid geslacht, waarin gij schittert als lichten in de wereld;

Tweet thisPost on Facebook

daar gij aan het levenswoord vasthoudt, tot roem voor mij in den dag van Christus, dat ik niet vergeefs mij heb ingespannen, niet vergeefs heb gezwoegd.


Maar al wordt ook bij de offerande en den altaardienst van uw geloof mijn bloed geplengd, ik verheug mij daarbij, ja, verheug mij met u allen.

Tweet thisPost on Facebook

Weest ook gij hierover blijde, verheugt u met mij.

Tweet thisPost on Facebook

In vertrouwen op den Heer Jezus hoop ik Timotheus spoedig tot u te zenden om zelf ook bemoedigd te worden wanneer ik berichten over u krijg.

Tweet thisPost on Facebook

Want ik heb niemand die het met u zoo goed meent en zoo trouw uw belangen zal behartigen als hij.

Tweet thisPost on Facebook

Allen toch denken aan zichzelf en niet aan de zaak van Christus Jezus.

Tweet thisPost on Facebook

Zijn betrouwbaarheid kent gij; gij weet dat hij mij, als een kind zijn vader, geholpen heeft bij de prediking van Christus.

Tweet thisPost on Facebook

Hem dan hoop ik te zenden zoodra ik zie hoe het met mij zal afloopen.

Tweet thisPost on Facebook

En ik vertrouw op den Heer dat ik ook zelf spoedig komen zal.

Tweet thisPost on Facebook

Ook hield ik het voor noodig Epafroditus, mijn broeder, medewerker en medestrijder, uw bode, die in mijn nooddruft voorzien heeft, tot u te zenden;


want hij verlangde zeer naar u allen en was zeer in onrust, omdat gij hebt gehoord dat hij ziek was.

Tweet thisPost on Facebook

En hij is ook ziek geweest, den dood nabij; maar God heeft zich over hem ontfermd, en niet alleen over hem, maar ook over mij: dat ik niet smart op smart zou hebben.

Tweet thisPost on Facebook

Daarom heb ik te meer spoed gemaakt om hem te zenden, opdat gij de vreugd van het weerzien moogt hebben en ik van de zorg bevrijd worde.

Tweet thisPost on Facebook

Ontvangt hem dan in den Heer met ongemengde vreugd en houdt zulke mannen in eer;


want om het werk van Christus heeft hij tot den rand van het graf zijn leven in de waagschaal gesteld, ten einde aan te vullen wat nog aan uw dienstbetoon voor mij ontbrak.







This goes to iframe