1 Timotheus



1 Timotheus 2


Ik geef dan voor alles de vermaning gebeden te doen, smeekingen, voorbeden, dankzeggingen, voor alle menschen,


voor koningen en allen die in hoogheid zijn; opdat wij een stil en rustig leven mogen leiden, in alle vroomheid en eerbaarheid.


Dit is goed en welgevallig in de oogen van God, onzen redder,


die wil dat alle menschen gered worden en tot inzicht in de waarheid komen.


Want Een is God en een is middelaar tusschen God en menschen, de mensch Christus Jezus,

Tweet thisPost on Facebook

die zichzelf heeft gegeven tot een losprijs voor allen(-)dit is te rechter tijd verkondigd.


Hiervan ben ik tot heraut en apostel aangesteld(-)ik spreek de waarheid en lieg niet(-)als onderwijzer van de heidenen in geloof en waarheid.

Tweet thisPost on Facebook

Ik wil dan dat de mannen overal bidden, met opheffing van heilige handen, zonder toorn en twist.


Desgelijks wil ik dat de vrouwen in zedig gewaad zich eerbaar en ingetogen tooien, niet met vlechtsels, goud, paarlen of kostbare kleedij,

Tweet thisPost on Facebook

maar, zooals het vrouwen betaamt die op den naam van godvruchtigen aanspraak maken, met goede werken.

Tweet thisPost on Facebook

De vrouw ontvange zwijgend onderricht, in alle onderdanigheid;

Tweet thisPost on Facebook

onderricht te geven of zich boven den man te verheffen sta ik een vrouw niet toe; zij moet zich stilhouden.

Tweet thisPost on Facebook

Immers Adam is het eerst geschapen, daarna Eva.


En niet Adam werd verleid, maar de vrouw liet zich verleiden en kwam ten val.

Tweet thisPost on Facebook

Doch zij zullen gered worden door kinderen te baren; indien zij blijven in geloof, liefde en heiligheid, gepaard aan ingetogenheid.







This goes to iframe