2 Timotheus

Weet dit dat in de laatste dagen moeilijke tijden zullen aanbreken;

want de menschen zullen zijn zelfzuchtig, geldgierig, zwetsers, hoogmoedig, lasteraars, ongehoorzaam aan hun ouders, ondankbaar, onheilig,

liefdeloos, trouweloos, kwaadsprekend, losbandig, wreed, zonder liefde voor het goede,

verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor vermaak dan voor God,

onder den schijn van vroomheid weigerend voor haar te buigen. Wend u ook van zulke menschen af.

Want uit hun midden komen er die de huizen insluipen en de vrome zusjes inpakken, vrouwen die beladen zijn met zonden en door velerlei lusten worden her en der gedreven,

die altijd leeren en nooit tot inzicht in de waarheid kunnen komen.

Zooals Jannes en Jambres tegen Mozes opstonden, zoo staan zij tegen de waarheid op, die menschen met een bedorven verstand en een geloof dat den toets niet doorstaat.

Maar zij zullen het niet ver brengen; want hun dwaasheid zal allen in het oog springen, zooals ook met genen het geval was.

Gij daarentegen zijt mijn navolger in leer, gedrag, plannen maken, geloof, lankmoedigheid, liefde, geduld,

vervolgingen, lijden, zooals mij te Antiochie, Iconium en Lystre overkwam; hoe zware vervolgingen heb ik doorstaan, en uit alle heeft de Heer mij gered!

maar met de booze menschen en bedriegers zal het steeds slechter gaan: anderen misleidend en zelf misleid.

Maar blijf gij bij hetgeen gij geleerd en geloovig aangenomen hebt, wetend van wie gij het hebt geleerd,

en dat gij van kindsbeen af de Heilige Schriften kent, die u kunnen wijs maken tot redding door het geloof in Christus Jezus.

De geheele Schrift toch is van God ingegeven en nuttig tot leering, bestraffing, terechtwijzing, opvoeding in gerechtigheid;

opdat de mensch Gods volkomen zij, tot ieder goed werk geheel toegerust.