Titus



Titus 2


Gij nu spreek zooals het met de gezonde leer overeenkomt.


Zeg dat de bejaarde mannen nuchter moeten zijn, eerbaar, bezonnen, gezond in geloof, liefde, geduld.

Tweet thisPost on Facebook

Evenzoo dat de bejaarde vrouwen zich moeten gedragen gelijk het heiligen betaamt, niet kwaadspreken noch aan den wijn verslaafd zijn; neen, voorgangsters in alwat schoon is moeten zij wezen;


opdat zij de jonge vrouwen bezonnen maken, zoodat ze haar mannen en kinderen liefhebben,

Tweet thisPost on Facebook

verstandig, kuisch, huishoudelijk, goedertieren, aan haar mannen onderdanig; opdat Gods woord niet gelasterd worde.


Vermaan desgelijks de jonge mannen bezonnen te zijn in alle dingen,

Tweet thisPost on Facebook

en wees zelf een voorbeeld in goede werken in het geven van onvervalscht onderricht en in eerwaardigheid;


uw prediking zij gezond en onaantastbaar; opdat de tegenpartij beschaamd sta, daar men van ons geen kwaad weet te zeggen.


Leer ook dat de slaven in alles aan hun heeren onderdanig moeten zijn, hun gevallig, zonder tegen te spreken,

Tweet thisPost on Facebook

hun niets ontvreemden, maar zich volkomen trouw betoonen; opdat zij in alles een sieraad mogen zijn der leer van God, onzen redder.

Tweet thisPost on Facebook

Immers, de reddende genade van God is allen menschen verschenen,


ons leerend om, met verzaking van goddeloosheid en wereldsche lusten, ingetogen, rechtschapen en vroom in de tegenwoordige wereld te leven,


in afwachting van de zalige hoop en de verschijning der heerlijkheid van onzen grooten God en redder, Christus Jezus,


die zich voor ons gegeven heeft om ons los te koopen van alle ongerechtigheid en zich een rein volk ten eigendom te verwerven, volijverig in het doen van goede werken.


Zeg deze dingen, vermaan en bestraf met allen aandrang; niemand verachte u.







This goes to iframe