Filemon




Paulus, een gevangene voor de zaak van Christus Jezus, en broeder Timotheus aan Filemon, onzen vriend en medewerker,


zuster Appia, onzen medestrijder Archippas en de gemeente te uwen huize:


genade en vrede mogen uw deel zijn van God, onzen Vader, en van den Heer Jezus Christus.


Ik dank mijn God telkens wanneer ik in mijn gebeden uwer gedenk,


daar ik hoor van uw liefde voor al de heiligen en uw geloof in den Heer Jezus.


Moge uw geloofsgemeenschap zich krachtig betoonen door erkenning van al het goede dat tot eer van Christus in ons is.


Ja, ik ben zeer verheugd over uw liefde en word er door vertroost; want het gemoed der heiligen wordt door u, broeder, verkwikt.


Daarom, hoewel het mij door mijn verhouding tot Christus volkomen zou vrijstaan u te bevelen wat betamelijk is,


vind ik het, omdat wij elkander liefhebben, verkieslijk u een verzoek te doen. Dus kom ik, Paulus, een grijsaard, nu zelfs een gevangene voor de zaak van Christus Jezus,

Tweet thisPost on Facebook

u een verzoek doen voor mijn kind, dat ik terwijl ik een gevangene ben verwekt heb, Onesimus,


weleer u onnut, maar thans zoowel u als mij van groot nut. Bij dezen zend ik hem aan u terug,

Tweet thisPost on Facebook

hem, een deel van mijzelf.

Tweet thisPost on Facebook

Gaarne had ik hem bij mij gehouden, opdat hij in plaats van u mij zou dienen, terwijl ik voor de Blijde boodschap een gevangene ben;


maar buiten uw medeweten wilde ik niets doen; opdat uw goed werk niet gedwongen maar vrijwillig gedaan zou worden.


Immers, wellicht is hij met dat doel voor een wijle van u verwijderd, dat gij hem voor eeuwig zoudt bezitten,


niet meer als slaaf, maar als iets hoogers, als geliefden broeder. Is hij dit reeds in hooge mate voor mij, hoe veel te meer zal hij het voor u zijn en door uw wereldsche verhouding en in de gemeenschap met Christus.


Derhalve, indien gij mij voor uw geestverwant houdt, neem hem dan op alsof ik het was.


Heeft hij u eenige schade berokkend, of is hij u iets schuldig, schrijf het op mijn rekening.

Tweet thisPost on Facebook

Ik, Paulus, schrijf het eigenhandig: Ik zal het betalen. Laat mij liever zeggen: Zet het op uw eigen rekening; want gij zijt mij daarenboven uzelf schuldig.


Ja, broeder, ik zou wel gaarne voordeel van u trekken door onze gemeenschap met den Heer. Verkwik mijn hart, zooals het onder Christenen geschieden moet.

Tweet thisPost on Facebook

Rekenend op uw gehoorzaamheid schrijf ik u, wetend dat gij meer zult doen dan wat ik zeg.


Bereid er u tevens op voor mij gastvrijheid te verleenen. Want ik hoop door uw gebeden aan u teruggegeven te worden.


U groet Epafras, mijn medegevangene voor de zaak van Christus Jezus, Marcus, Aristarchus, Demas en Lucas, mijn medewerkers.


De genade van den Heer Jezus Christus zij met uwlieder geest.

Tweet thisPost on Facebook






This goes to iframe