Hebreers



Hebreers 7


Want deze Melchisedek was een koning van Salem, een priester van den allerhoogsten God; hij kwam Abraham, toen deze terugkeerde na zijn overwinning op de koningen, tegemoet en zegende hem;


en Abraham gaf hem het tiend van alles. Nu, vooreerst zijn naam beteekent: koning der gerechtigheid; dan was hij koning van Salem, wat zeggen wil: koning van den vrede;

Tweet thisPost on Facebook

hij had vader noch moeder, geen geslachtsregister, zijn leven had geen begin en geen einde. Zoo in alles aan den Zoon Gods gelijk geworden, blijft hij priester voor altijd.

Tweet thisPost on Facebook

Ziet eens hoe groot hij was! Abraham de aartsvader gaf hem als tiend het beste deel van den buit.


Nu, aan de afstammelingen der Levieten die het priesterschap ontvingen is bevolen volgens de Wet het tiend te vorderen van het volk, en dat waren hun broeders, hoewel dezen uit Abrahams lende gesproten zijn.


Maar hij, ofschoon geen geslachtsregister hem als een hunner aanwees, heeft tiend ontvangen van Abraham. Ook heeft hij dezen, die de belofte had, gezegend.


Zonder tegenspraak nu wordt het mindere door het meerdere gezegend,

Tweet thisPost on Facebook

en hier nemen sterfelijke menschen tienden, maar daar een van wien getuigd wordt dat hij leeft.


Ja, om zoo te zeggen, door middel van Abraham gaf Levi, die tienden ontvangt, zelf tienden;

Tweet thisPost on Facebook

want hij was nog in de lende zijns vaders toen Melchisedek dezen tegemoet ging.

Tweet thisPost on Facebook

Welnu, indien door het Levietische priesterschap(-)want daarop rustte de wet die het volk had gekregen(-)het doel bereikt was, wat zou het dan noodig geweest zijn een anderen priester aan te stellen, naar de orde van Melchisedek, en dat hij niet heette het te zijn naar de orde van Aaron?


Immers, wanneer het priesterschap veranderd wordt, dan moet ook noodwendig de wet veranderd worden.

Tweet thisPost on Facebook

Want hij op wien het bovenstaande doelt was uit een anderen stam, een uit welken niemand het altaar bediend heeft.

Tweet thisPost on Facebook

Het is toch volkomen duidelijk dat onze Heer uit Juda is gesproten, en aangaande dezen stam heeft Mozes niets gezegd van priesters.


En nog veel duidelijker is, dat, wanneer een andere priester aangesteld wordt, naar de orde van Melchisedek,

Tweet thisPost on Facebook

een die het niet is geworden volgens een gebod omtrent vleeschelijke afkomst, maar volgens de kracht van een onvernietigbaar leven.

Tweet thisPost on Facebook

Want de getuigenis luidt: In eeuwigheid zijt gij priester naar de orde van Melchisedek.


Immers, een ouder gebod wordt afgeschaft wanneer het krachteloos en nutteloos is(-)


de wet toch heeft niets voltooid(-)en de plaats er van wordt ingenomen door een betere hoop, waardoor wij tot God naderen.


Voorts, gebeurt er niets zonderdat het bezworen wordt, want genen zijn priesters geworden zonderdat het hun onder eede gegeven is,

Tweet thisPost on Facebook

maar hij heeft het onder eede ontvangen van Hem die tot hem zeide: De Heer heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen; gij zijt priester tot in eeuwigheid.


dan is Jezus ook in dit opzicht de borg geworden van een beter verbond;

Tweet thisPost on Facebook

Verder(-)zij zijn in grooten getale priesters geworden omdat zij door den dood verhinderd werden het te blijven;

Tweet thisPost on Facebook

hij daarentegen bezit, omdat hij tot in eeuwigheid blijft bestaan, het priesterschap zonderdat het op een ander overgaat.


Daarom kan hij ook voor altijd hen redden die door hem tot God komen; daar hij altijd leeft om voor hen op te treden.


ja, zulk een hoogepriester moesten wij hebben, heilig, zonder kwaad, onbezoedeld, verwijderd van de zondaren, en hooger dan de hemelen geworden;


een die niet van noode heeft dag aan dag, zooals de hoogepriesters, eerst voor zijn eigen zonden offers op te dragen, en daarna voor het volk; want dat heeft hij eens en vooral gedaan toen hij zichzelf ten offer bracht.


De wet toch stelt tot hoogepriesters menschen aan die zwakheden hebben, maar het woord van den eed dat na de wet kwam den Zoon, die voor eeuwig de volkomenheid heeft bereikt.








This goes to iframe