2 Johannes




De Oudste aan de uitverkoren Vrouwe en haar kinderen, die ik in de waarheid liefheb, en ik niet alleen, maar allen die met de waarheid kennis gemaakt hebben,


om der waarheid wil, die in ons blijft en tot in eeuwigheid bij ons zal zijn.

Tweet thisPost on Facebook

Genade zal ons deel zijn, barmhartigheid, vrede van God, den Vader, en van Jezus Christus, den Zoon des Vaders, in waarheid en liefde.

Tweet thisPost on Facebook

Het heeft mij zeer verblijd bevonden te hebben dat eenige uwer kinderen in de waarheid verkeeren overeenkomstig het gebod dat wij van den Vader ontvangen hebben.


En nu bid ik u, Vrouwe, niet alsof ik u een nieuw gebod schrijf(-)het is een dat wij van den aanvang af bezitten(-)dat wij elkander liefhebben.


En de liefde bestaat hierin dat wij onzen wandel inrichten naar zijn geboden. Dit is het gebod(-)zooals gij van den aanvang af gehoord hebt(-)dat gij er naar leeft.


Want er zijn veel dwaalleeraren in de wereld gekomen, die niet belijden dat Jezus Christus in vleesch komt. Dat is de dwaalleeraar en de Antichrist.


Ziet op uzelf toe; opdat gij niet verliest wat wij door onzen arbeid tot stand gebracht hebben, maar een vol loon ontvangt.


Ieder die boven de leer van Christus uitgaat en daarbij niet blijft heeft God niet; wie in die leer blijft, die heeft den Vader en den Zoon.

Tweet thisPost on Facebook

Indien iemand tot u komt en die leer niet meebrengt, ontvangt hem niet in uw huis en groet hem niet;


want wie hem groet neemt deel aan zijn booze werken.

Tweet thisPost on Facebook

Ik heb nog veel aan u te schrijven, maar wil het niet doen met papier en inkt; ik hoop tot u te komen en van mond tot mond met u te spreken; opdat onze blijdschap volkomen zij.


U groeten de kinderen uwer zuster, de uitverkorene.

Tweet thisPost on Facebook






This goes to iframe