Openbaring



Openbaring 2


Schrijf aan den engel der gemeente te Efeze: Zoo spreekt hij die de zeven sterren in zijn rechterhand vasthoudt, die rondgaat te midden der zeven gouden kandelaren:


Ik ken uw werken en weet hoe geduldig gij moeiten doorstaat, ook dat gij de boozen niet kunt verdragen en hen die zeggen apostelen te zijn maar het niet zijn op de proef gesteld en leugenaars bevonden hebt;


gij zijt geduldig en hebt om mijns naams wil veel verdragen zonder moede te worden.


Maar ik heb tegen u dat gij uw eerste liefde hebt laten varen.

Tweet thisPost on Facebook

Gedenk dan de hoogte waarvan gij gevallen zijt, kom tot inkeer en doe de werken van weleer. Zoo niet, dan kom ik tot u en neem uw kandelaar van zijn plaats weg, tenzij gij u bekeert.


Maar een deugd hebt gij: gij haat de Nicolaieten, die ik ook haat.

Tweet thisPost on Facebook

Wie een oor heeft hoore wat de Geest tot de gemeenten zegt. Hem die overwint zal ik geven te eten van den levensboom die in Gods paradijs staat.


Schrijf aan den engel der gemeente te Smyrna: Zoo spreekt de eerste en laatste, die dood was en levend is geworden:


Ik ken uw verdrukking en armoede doch gij zijt rijk en de lastering der menschen die zeggen dat zij Joden zijn, en zij zijn het niet, maar zij zijn een Synagoge van den Satan.


Vrees niet voor hetgeen gij zult lijden. Zie, de Duivel zal sommigen uwer in de gevangenis werpen, opdat gij op de proef gesteld wordt, en gij zult tien dagen verdrukking lijden. Wees getrouw tot den dood; dan zal ik u den krans des levens geven.


Wie een oor heeft hoore wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint zal van den tweeden dood geen schade lijden.


Schrijf aan den engel der gemeente te Pergamum: Zoo spreekt hij die het tweesnijdend scherp zwaard heeft:


Ik weet waar gij woont; daar waar de troon van den Satan is; gij houdt aan mijn naam vast en verloochendet het geloof in mij niet, zelfs niet in de dagen van Antipas, mijn getrouwen getuige, die omgebracht is bij u, waar de Satan woont.


Maar ik heb enkele dingen tegen u: dat gij daar menschen hebt die vasthouden aan de leer van Bileam, die Balak leerde aan de zonen Israels een struikelblok in den weg te leggen: het eten van offervleesch en hoereeren.


Zoo hebt gij er ook die desgelijks aan de leer der Nicolaieten vasthouden.

Tweet thisPost on Facebook

Bekeer u dan. Zoo niet, dan kom ik spoedig tot u en bestrijd hen met het zwaard van mijn mond.


Wie een oor heeft hoore wat de Geest tot de gemeenten zegt. Hem die overwint zal ik van het verborgen manna geven; ook zal ik hem een witten steen geven; en op dien steen zal een nieuwe naam geschreven staan; dien niemand kent dan hij die den steen krijgt.


Schrijf aan den engel der gemeente te Thyatira: Zoo spreekt de Zoon Gods, die oogen heeft als vuurvlammen en voeten als metaal:


Ik ken uw werken, liefde, geloof, dienstbetoon en geduld, en uw laatste werken zijn beter dan de vorige.

Tweet thisPost on Facebook

Maar ik heb tegen u dat gij vrouw Izebel laat begaan, die zich een profetes noemt en mijn dienaren leert en verleidt om te hoereeren en offervleesch te eten.


Ik heb haar tijd gelaten om tot inkeer te komen; maar zij wil zich niet bekeeren van haar hoererij.


Zie, ik werp haar te bed, en hen die met haar overspel bedrijven breng ik in groote verdrukking, indien zij zich niet bekeeren van haar werken,

Tweet thisPost on Facebook

en haar kinderen zal ik dooden. Zoo zullen alle gemeenten weten dat ik het ben die nieren en harten doorzoek, en ik zal een iegelijk uwer zijn werken vergelden.


Maar tot u, tot de overigen in Thyatira, zoovelen zich aan die leer niet houden en de diepten van den Satan zooals zij het noemen niet kennen, tot u zeg ik: Ik zal u geen anderen last opleggen;


houdt slechts vast hetgeen gij hebt, totdat ik kom.


Wie overwint en mijn werken tot het einde toe inachtneemt, hem zal ik macht geven over de volken,


en hij zal hen weiden met een ijzeren staf, zooals aarden vaten in stukken geslagen worden welke macht ik ook van mijn Vader ontvangen heb


en ik zal hem de morgenster geven.


Wie een oor heeft hoore wat de Geest tot de gemeenten zegt.

Tweet thisPost on Facebook







This goes to iframe