Openbaring



Openbaring 4


Daarna zag ik, zie, in den hemel stond een deur open, en dezelfde stem die ik den eersten keer met het geluid van een bazuin tot mij had hooren spreken zeide: Klim hierheen op, en ik zal u toonen wat nadezen geschieden moet.

Tweet thisPost on Facebook

Dadelijk geraakte ik in geestvervoering, en zie, in den hemel stond een troon, en op dien troon zat iemand,


en hij die er op zat geleek op jaspis en sardium en rondom den troon was een regenboog, die op smaragd geleek.


En rondom den troon zag ik vier en twintig tronen, en op die tronen zaten vier en twintig oudsten, getooid in witte kleeren, met gouden kronen op het hoofd.


Van den troon gingen bliksemstralen uit en stemmen en donderslagen, en voor den troon brandden zeven vurige lampen dat zijn de zeven geesten Gods.


Voor den troon was iets als een glazen zee, aan kristal gelijk. En in het midden van den troon en rondom den troon waren vier dieren, van voren en van achteren vol oogen.


Het eerste dier geleek op een leeuw, het tweede op een rund, het derde had het uiterlijk van een mensch, het vierde geleek op een vliegenden arend.


Die vier dieren, waarvan elk zes vleugels had, waren rondom en van binnen vol oogen. Zij zeiden zonder verpoozing dag en nacht: Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Albeheerscher, Hij die was en is en komt.


En wanneer de dieren heerlijkheid, eer en dank zullen geven aan Hem die op den troon zit, die leeft tot in alle eeuwigheid,

Tweet thisPost on Facebook

zullen de vier en twintig oudsten voor Hem die op den troon zit neervallen, Hem die leeft tot in alle eeuwigheid aanbidden en hun kronen neerwerpen voor den troon, zeggend:

Tweet thisPost on Facebook

Gij, Heer, onze God, zijt waard te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de kracht; want Gij hebt alles geschapen en door uw wil bestond het en was het geschapen.

Tweet thisPost on Facebook







This goes to iframe