1 Kronieken



 


Adam, Seth, Enos,


Kenan, Mahalal-el, Jered,

Tweet thisPost on Facebook

Henoch, Methusalah, Lamech,


Noach, Sem, Cham en Jafeth.

Tweet thisPost on Facebook

De kinderen van Jafeth waren Gomer, en Magog, en Madai, en Javan, en Tubal, en Mesech, en Tiras.


En de kinderen van Gomer waren Askenaz, en Difath, en Thogarma.

Tweet thisPost on Facebook

En de kinderen van Javan waren Elisa en Tharsisa, de Chittieten en Dodanieten.

Tweet thisPost on Facebook

De kinderen van Cham waren Cusch en Mitsraim, Put, en Kanaan.


En de kinderen van Cusch waren Seba, en Havila, en Sabta, en Raema, en Sabtecha; en de kinderen van Raema waren Scheba en Dedan.

Tweet thisPost on Facebook

Cusch nu gewon Nimrod; die begon geweldig te zijn op aarde.


En Mitsraim gewon de Ludieten, en de Anamieten, en de Lehabieten, en de Naftuchieten,

Tweet thisPost on Facebook

En de Pathrusieten, en de Casluchieten, (van welke de Filistijnen zijn voortgekomen) en de Cafthorieten.


Kanaan nu gewon Sidon, zijn eerstgeborene, en Heth,

Tweet thisPost on Facebook

En den Jebusiet, en den Amoriet, en den Girgasiet,

Tweet thisPost on Facebook

En den Heviet, en den Arkiet, en den Siniet,

Tweet thisPost on Facebook

En den Arvadiet, en den Zemariet, en den Hamathiet.

Tweet thisPost on Facebook

De kinderen van Sem waren Elam, en Assur, en Arfachsad, en Lud, en Aram, en Uz, en Hul, en Gether, en Mesech.


Arfachsad nu gewon Selah, en Selah gewon Heber.

Tweet thisPost on Facebook

Aan Heber nu zijn twee zonen geboren; de naam des enen was Peleg, omdat in zijn dagen het aardrijk verdeeld is, en de naam zijns broeders was Joktan.

Tweet thisPost on Facebook

En Joktan gewon Almodad, en Selef, en Hazarmaveth, en Jerah,

Tweet thisPost on Facebook

En Hadoram, en Uzal, en Dikla,

Tweet thisPost on Facebook

En Ebal, en Abimael, en Scheba,

Tweet thisPost on Facebook

En Ofir, en Havila, en Jobab. Alle dezen waren zonen van Joktan.

Tweet thisPost on Facebook

Sem, Arfachsad, Selah,


Heber, Peleg, Rehu,


Serug, Nahor, Terah,

Tweet thisPost on Facebook

Abram; die is Abraham.


De kinderen van Abraham waren Izak en Ismael.


Dit zijn hun geboorten: de eerstgeborene van Ismael was Nebajoth, en Kedar, en Adbeel, en Mibsam,


Misma en Duma, Massa, Hadad en Thema,

Tweet thisPost on Facebook

Jetur, Nafis, en Kedma; deze zijn de kinderen van Ismael.

Tweet thisPost on Facebook

De kinderen nu van Ketura, Abrahams bijwijf: [die] baarde Zimram, en Joksan, en Medan, en Midian, en Isbak, en Suah. En de kinderen van Joksan waren Scheba en Dedan.


De kinderen van Midian nu waren Efa, en Efer, en Henoch, en Abida, en Eldaa. Die allen waren zonen van Ketura.

Tweet thisPost on Facebook

Abraham nu gewon Izak. De zonen van Izak waren Ezau en Israel.


En de kinderen van Ezau: Elifaz, Rehuel, en Jehus, en Jaelam, en Korah.


De kinderen van Elifaz waren Theman, en Omar, Zefi, en Gaetham, Kenaz, en Timna, en Amalek.

Tweet thisPost on Facebook

De kinderen van Rehuel waren Nahath, Zerah, Samma en Mizza.

Tweet thisPost on Facebook

De kinderen van Seir nu waren Lotan, en Sobal, en Zibeon, en Ana, en Dison, en Ezer, en Disan.


De kinderen van Lotan nu waren Hori en Homam; en de zuster van Lotan was Timna.

Tweet thisPost on Facebook

De kinderen van Sobal waren Aljan, en Manahath, en Ebal, Sefi en Onam; en de kinderen van Zibeon waren Aja en Ana.

Tweet thisPost on Facebook

De kinderen van Ana waren Dison; en de zonen van Dison waren Hamram, en Esban, en Jithran, en Cheran.


De kinderen van Ezer waren Bilhan, en Zaavan, en Jaakan. De kinderen van Disan waren Uz en Aran.

Tweet thisPost on Facebook

Dit nu zijn de koningen, die geregeerd hebben in het land van Edom, eer er een koning regeerde over de kinderen Israels: Bela, de zoon van Beor; en de naam zijner stad was Dinhaba.


En Bela stierf, en Jobab regeerde in zijn plaats, een zoon van Zerah, van Bozra.

Tweet thisPost on Facebook

En Jobab stierf, en Husam, uit het land der Themanieten, regeerde in zijn plaats.

Tweet thisPost on Facebook

En Husam stierf, en Hadad, de zoon van Bedad, regeerde in zijn plaats, die de Midianieten in het veld van Moab versloeg; en de naam zijner stad was Avith.


En Hadad stierf, en Samla, van Masreka, regeerde in zijn plaats.

Tweet thisPost on Facebook

En Samla stierf, en Saul, van Rehoboth aan de rivier, regeerde in zijn plaats.


En Saul stierf, en Baal-hanan, de zoon van Achbor, regeerde in zijn plaats.

Tweet thisPost on Facebook

Als Baal-hanan stierf, zo regeerde Hadad in zijn plaats, en de naam zijner stad was Pahi, en de naam zijner huisvrouw was Mehetabeel, de dochter van Matred, dochter van Mee-sahab.

Tweet thisPost on Facebook

Toen Hadad stierf, zo werden vorsten in Edom: de vorst Timna, de vorst Alja, de vorst Jetheth,


De vorst Aholi-bama, de vorst Ela, de vorst Pinon,

Tweet thisPost on Facebook

De vorst Kenaz, de vorst Theman, de vorst Mibzar,

Tweet thisPost on Facebook

De vorst Magdiel, de vorst Iram. Dezen waren de vorsten van Edom.

Tweet thisPost on Facebook






This goes to iframe