Psalmen



Psalm 38


Een psalm van David, om te doen gedenken. O HEERE! straf mij niet in Uw groten toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid.

Tweet thisPost on Facebook

Want Uw pijlen zijn in mij gedaald, en Uw hand is op mij nedergedaald.

Tweet thisPost on Facebook

Er is niets geheels in mijn vlees, vanwege Uw gramschap; er is geen vrede in mijn beenderen, vanwege mijn zonde.


Want mijn ongerechtigheden gaan over mijn hoofd; als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden.

Tweet thisPost on Facebook

Mijn etterbuilen stinken, zij zijn vervuild, vanwege mijn dwaasheid.

Tweet thisPost on Facebook

Ik ben krom geworden, ik ben uitermate zeer nedergebogen; ik ga den gansen dag in het zwart.


Want mijn darmen zijn vol van een verachtelijke [plage], en er is niets geheels in mijn vlees.


Ik ben verzwakt, en uitermate zeer verbrijzeld; ik brul van het geruis mijns harten.


HEERE! voor U is al mijn begeerte; en mijn zuchten is voor U niet verborgen.

Tweet thisPost on Facebook

Mijn hart keert om en om, mijn kracht heeft mij verlaten; en het licht mijner ogen, ook zij zelven zijn niet bij mij.


Mijn liefhebbers en mijn vrienden staan van tegenover mijn plage, en mijn nabestaanden staan van verre.


En die mijn ziel zoeken, leggen [mij] strikken; en die mijn kwaad zoeken, spreken verdervingen, en zij overdenken den gansen dag listen.

Tweet thisPost on Facebook

Ik daarentegen ben als een dove, ik hoor niet, en als een stomme, die zijn mond niet opendoet.

Tweet thisPost on Facebook

Ja, ik ben als een man, die niet hoort, en in wiens mond geen tegenredenen zijn.

Tweet thisPost on Facebook

Want op U, HEERE! hoop ik; Gij zult verhoren, HEERE, mijn God!


Want ik zeide: Dat zij zich toch over mij niet verblijden! Wanneer mijn voet zou wankelen, zo zouden zij zich tegen mij groot maken.

Tweet thisPost on Facebook

Want ik ben tot hinken gereed, en mijn smart is steeds voor mij.

Tweet thisPost on Facebook

Want ik maak [U] mijn ongerechtigheid bekend, ik ben bekommerd vanwege mijn zonde.


Maar mijn vijanden zijn levende, worden machtig; en die mij om valse oorzaken haten, worden groot.

Tweet thisPost on Facebook

En die kwaad voor goed vergelden, staan mij tegen, omdat ik het goede najaag.


Verlaat mij niet, o HEERE, mijn God! wees niet verre van mij.


Haast U tot mijn hulp, HEERE, mijn Heil!







This goes to iframe