Psalmen



Psalm 84


Voor den opperzangmeester, op de Gittith; een psalm, voor de kinderen van Korach. Hoe liefelijk zijn Uw woningen, o HEERE der heirscharen!


Mijn ziel is begerig, en bezwijkt ook van verlangen, naar de voorhoven des HEEREN; mijn hart en mijn vlees roepen uit tot den levenden God.


Zelfs vindt de mus een huis, en de zwaluw een nest voor zich, waar zij haar jongen legt, bij Uw altaren, HEERE der heirscharen, mijn Koning, en mijn God!

Tweet thisPost on Facebook

Welgelukzalig zijn zij, die in Uw huis wonen; zij prijzen U gestadiglijk. Sela.

Tweet thisPost on Facebook

Welgelukzalig is de mens, wiens sterkte in U is, in welker hart de gebaande wegen zijn.

Tweet thisPost on Facebook

Als zij door het dal der moerbezienbomen doorgaan, stellen zij Hem tot een fontein; ook zal de regen hen gans rijkelijk overdekken.

Tweet thisPost on Facebook

Zij gaan van kracht tot kracht; een iegelijk [van] [hen] zal verschijnen voor God in Sion.


HEERE, God der heirscharen! hoor mijn gebed; neem het ter oren, o God van Jakob! Sela.

Tweet thisPost on Facebook

O God, ons Schild! zie, en aanschouw het aangezicht Uws gezalfden.


Want een dag in Uw voorhoven is beter dan duizend [elders]; ik koos liever aan den dorpel in het huis mijns Gods te wezen, dan lang te wonen in de tenten der goddeloosheid.

Tweet thisPost on Facebook

Want God, de HEERE, is een Zon en Schild; de HEERE zal genade en eer geven; Hij zal het goede niet onthouden dengenen, die in oprechtheid wandelen.

Tweet thisPost on Facebook

HEERE der heirscharen! welgelukzalig is de mens, die op U vertrouwt.

Tweet thisPost on Facebook






This goes to iframe