Exodus



Exodus 36


Toen wrocht Bezaleel en Aholiab, en alle man, die wijs van hart was, in denwelken de HEERE wijsheid en verstand gegeven had, om te weten, hoe zij maken zouden alle werk ten dienste des heiligdoms naar alles, dat de HEERE geboden had.


Want Mozes had geroepen Bezaleel en Aholiab, en alle man, die wijs van hart was, in wiens hart God wijsheid gegeven had, al wiens hart hem bewogen had, dat hij toetrad tot het werk, om dat te maken.


Zij dan namen van voor het aangezicht van Mozes het ganse hefoffer, hetwelk de kinderen Israels gebracht hadden, tot het werk van den dienst des heiligdoms, om dat te maken; doch zij brachten tot hem nog allen morgen vrijwillig offer.


Derhalve kwamen alle wijzen, die al het werk des heiligdoms maakten, ieder man van zijn werk, hetwelk zij maakten;

Tweet thisPost on Facebook

En zij spraken tot Mozes, zeggende: Het volk brengt te veel, meer dan genoeg is ten dienste des werks, hetwelk de HEERE te maken geboden heeft.


Toen gebood Mozes, dat men een stem zoude laten gaan door het leger, zeggende: Man noch vrouw make geen werk meer ten hefoffer des heiligdoms! Alzo werd het volk teruggehouden van [meer] te brengen.

Tweet thisPost on Facebook

Want der stoffe was denzelven genoeg tot het gehele werk, dat te maken was; ja, er was over.

Tweet thisPost on Facebook

Alzo maakte een ieder wijze van hart, onder degenen, die het werk maakten, den tabernakel van tien gordijnen, van getweernd fijn linnen, en hemelsblauw, en purper, en scharlaken [met] cherubim; van het allerkunstelijkste werk maakte hij ze.


De lengte ener gordijn was van acht en twintig ellen, en de breedte ener gordijn van vier ellen; al deze gordijnen hadden een maat.

Tweet thisPost on Facebook

En hij voegde vijf gordijnen, de ene aan de andere; en hij voegde [andere] vijf gordijnen, de ene aan de andere.

Tweet thisPost on Facebook

Daarna maakte hij striklisjes van hemelsblauw aan den kant ener gordijn, aan het uiterste in de samenvoeging; hij deed het ook aan den uitersten kant der tweede samenvoegende gordijn.

Tweet thisPost on Facebook

Vijftig striklisjes maakte hij aan de ene gordijn, en vijftig striklisjes maakte hij aan het uiterste der gordijn; dat aan de tweede samenvoegende was; deze striklisjes vatten de ene aan de andere.


Hij maakte ook vijftig gouden haakjes, en voegde de gordijnen samen, de ene aan de andere, met deze haakjes, dat het een tabernakel werd.

Tweet thisPost on Facebook

Verder maakte hij gordijnen van geiten [haar], tot een tent over den tabernakel; van elf gordijnen maakte hij ze.


De lengte ener gordijn was dertig ellen, en vier ellen de breedte ener gordijn; deze elf gordijnen hadden een maat.

Tweet thisPost on Facebook

En hij voegde vijf gordijnen samen bijzonder; wederom zes dezer gordijnen bijzonder.

Tweet thisPost on Facebook

En hij maakte vijftig striklisjes aan den kant van de gordijn, de uiterste in de samenvoeging; hij maakte ook vijftig striklisjes aan den kant van de gordijn der andere samenvoeging.

Tweet thisPost on Facebook

Hij maakte ook vijftig koperen haakjes, om de tent samen te voegen, dat zij een ware.

Tweet thisPost on Facebook

Ook maakte hij voor de tent een deksel van roodgeverfde ramsvellen, en daarover een deksel van dassenvellen.


Hij maakte ook aan den tabernakel berderen van staand sittimhout.


De lengte van een berd was tien ellen, en ene el en ene halve el was de breedte van elk berd.

Tweet thisPost on Facebook

Twee houvasten had een berd, als sporten in een ladder gezet, het ene nevens het andere; alzo maakte hij het met al de berderen des tabernakels.

Tweet thisPost on Facebook

Hij maakte ook de berderen tot den tabernakel; twintig berderen naar de zuidzijde zuidwaarts.

Tweet thisPost on Facebook

En hij maakte veertig zilveren voeten onder de twintig berderen; twee voeten onder een berd, aan zijn twee houvasten, en twee voeten onder een ander berd, aan zijn twee houvasten.

Tweet thisPost on Facebook

Hij maakte ook twintig berderen aan de andere zijde des tabernakels, aan den noorderhoek.

Tweet thisPost on Facebook

Met hun veertig zilveren voeten; twee voeten onder een berd, en twee voeten onder een ander berd.

Tweet thisPost on Facebook

Doch aan de zijde des tabernakels tegen het westen, maakte hij zes berderen.

Tweet thisPost on Facebook

Ook maakte hij twee berderen tot hoekberderen des tabernakels, aan de beide zijden.

Tweet thisPost on Facebook

En zij waren van beneden [als] tweelingen samengevoegd, zij waren ook [als] tweelingen aan deszelfs oppereinde samengevoegd met een ring; alzo deed hij met die beide, aan de twee hoeken.

Tweet thisPost on Facebook

Alzo waren er acht berderen met hun zilveren voeten, zijnde zestien voeten: twee voeten onder elk berd.

Tweet thisPost on Facebook

Hij maakte ook richelen van sittimhout; vijf aan de berderen der ene zijde des tabernakels;


En vijf richelen aan de berderen van de andere zijde des tabernakels; alsook vijf richelen aan de berderen des tabernakels, aan de beide zijden westwaarts.

Tweet thisPost on Facebook

En hij maakte de middelste richel doorschietende in het midden der berderen, van het ene einde tot het andere einde.

Tweet thisPost on Facebook

En hij overtrok de berderen met goud, en hun ringen (de plaatsen voor de richelen) maakte hij van goud; de richelen overtrok hij ook met goud.

Tweet thisPost on Facebook

Daarna maakte hij een voorhang van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen; van het allerkunstelijkste werk maakte hij denzelven, met cherubim.


En hij maakte daartoe vier pilaren van sittim [hout], die hij overtrok met goud; hun haken waren van goud, en hij goot hun vier zilveren voeten.

Tweet thisPost on Facebook

Hij maakte ook aan de deur der tent een deksel van hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen, geborduurd werk;


En de vijf pilaren daarvan, en hun haken; en hij overtrok hun hoofden en derzelver banden met goud; en hun vijf voeten waren van koper.







This goes to iframe