Spreuken



Spreuken 21


Des konings hart is in de hand des HEEREN [als] waterbeken. Hij neigt het tot al wat Hij wil.


Alle weg des mensen is recht in zijn ogen; maar de HEERE weegt de harten.


Gerechtigheid en recht te doen is bij den HEERE uitgelezener dan offer.


Hoogheid der ogen, en trotsheid des harten, [en] de ploeging der goddelozen, zijn zonde.

Tweet thisPost on Facebook

De gedachten des vlijtigen zijn alleen tot overschot; maar van een ieder, die haastig is, alleen tot gebrek.

Tweet thisPost on Facebook

Te arbeiden om schatten met een valse tong, is een voortgedrevene ijdelheid dergenen, die den dood zoeken.

Tweet thisPost on Facebook

De verwoesting der goddelozen zal hen doorsnijden, omdat zij weigeren recht te doen.

Tweet thisPost on Facebook

De weg des mensen is gans verkeerd en vreemd; maar het werk des zuiveren is recht.

Tweet thisPost on Facebook

Het is beter te wonen op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat [in] een huis van gezelschap.

Tweet thisPost on Facebook

De ziel des goddelozen begeert het kwaad; zijn naaste krijgt geen genade in zijn ogen.


Als men den spotter straft, wordt de slechte wijs; en als men den wijze onderricht, neemt hij wetenschap aan.

Tweet thisPost on Facebook

De rechtvaardige let verstandelijk op des goddelozen huis, als [God] de goddelozen in het kwaad stort.


Die zijn oor stopt voor het geschrei des armen, die zal ook roepen, en niet verhoord worden.


Een gift in het verborgene houdt den toorn onder, en een geschenk in den schoot de sterke grimmigheid.


Het is den rechtvaardige een blijdschap recht te doen; maar voor de werkers der ongerechtigheid is het verschrikking.

Tweet thisPost on Facebook

Een mens, die van den weg des verstands afdwaalt, zal in de gemeente der doden rusten.


Die blijdschap liefheeft, die zal gebrek lijden; die wijn en olie liefheeft, zal niet rijk worden.

Tweet thisPost on Facebook

De goddeloze is een rantsoen voor de rechtvaardigen, en de trouweloze voor de oprechten.


Het is beter te wonen in een woest land, dan bij een zeer kijfachtige en toornige huisvrouw.

Tweet thisPost on Facebook

In des wijzen woning is een gewenste schat, en olie; maar een zot mens verslindt zulks.


Die rechtvaardigheid en weldadigheid najaagt, zal het leven, rechtvaardigheid en eer vinden.


De wijze beklimt de stad der geweldigen, en werpt de sterkte huns vertrouwens neder.

Tweet thisPost on Facebook

Die zijn mond en zijn tong bewaart, bewaart zijn ziel van benauwdheden.

Tweet thisPost on Facebook

Die een hovaardig pocher is, zijn naam is spotter; hij gaat met hovaardige verbolgenheid te werk.

Tweet thisPost on Facebook

De begeerte des luiaards zal hem doden, want zijn handen weigeren te werken.

Tweet thisPost on Facebook

Den gansen dag begeert hij begeerlijke dingen; maar de rechtvaardige zal geven, en niet inhouden.

Tweet thisPost on Facebook

Het offer der goddelozen is een gruwel; hoeveel te meer, als zij het met een schandelijk voornemen brengen!

Tweet thisPost on Facebook

Een leugenachtig getuige zal vergaan; en een man, die hoort, zal spreken tot overwinning.

Tweet thisPost on Facebook

Een goddeloos man sterkt zich in zijn aangezicht; maar de oprechte, die maakt zijn weg vast.


Er is geen wijsheid, en er is geen verstand, en er is geen raad tegen den HEERE.


Het paard wordt bereid tegen den dag des strijds; maar de overwinning is des HEEREN.

Tweet thisPost on Facebook






This goes to iframe