Numeri



Numeri 29


Desgelijks in de zevende maand, op den eersten der maand, zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen; het zal u een dag des geklanks zijn.


Dan zult gij een brandoffer, ten liefelijken reuk, den HEERE bereiden: een jongen var, een ram, zeven volkomen eenjarige lammeren;

Tweet thisPost on Facebook

En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd; drie tienden tot den var, twee tienden tot den ram.


En een tiende tot een lam, tot die zeven lammeren toe;

Tweet thisPost on Facebook

En een geitenbok ten zondoffer, om over ulieden verzoening te doen;


Behalve het brandoffer der maand, en zijn spijsoffer, en het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, met hun drankofferen, naar hun wijze, ten liefelijken reuk, ten vuuroffer den HEERE.


En op den tienden dezer zevende maand zult gij een heilige samenroeping hebben, en gij zult uw zielen verootmoedigen; geen werk zult gij doen;


Maar gij zult brandoffer, ten liefelijken reuk, den HEERE offeren: een jongen var, een ram, zeven eenjarige lammeren; volkomen zullen zij u zijn.


En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden tot den var, twee tienden tot den enen ram;

Tweet thisPost on Facebook

Tot elk een tiende tot een lam, tot die zeven lammeren toe;

Tweet thisPost on Facebook

Een geitenbok ten zondoffer, behalve het zondoffer der verzoeningen, en het gedurig brandoffer; en zijn spijsoffer, met hun drankofferen.


Insgelijks op den vijftienden dag dezer zevende maand, zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen; maar zeven dagen zult gij den HEERE een feest vieren.


En gij zult een brandoffer ten vuuroffer offeren, ten liefelijken reuk den HEERE: dertien jonge varren, twee rammen, veertien eenjarige lammeren; zij zullen volkomen zijn;


En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden tot een var, tot die dertien varren toe; twee tienden tot een ram, onder die twee rammen;

Tweet thisPost on Facebook

En tot elke een tiende tot een lam, tot die veertien lammeren toe;

Tweet thisPost on Facebook

En een geitenbok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

Tweet thisPost on Facebook

Daarna op den tweeden dag: twaalf jonge varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren;

Tweet thisPost on Facebook

En hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;


En een geitenbok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, met hun drankofferen.

Tweet thisPost on Facebook

En op den derden dag: elf varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren;

Tweet thisPost on Facebook

En hun spijsofferen, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

Tweet thisPost on Facebook

En een bok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

Tweet thisPost on Facebook

Verder op den vierden dag: tien varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren;

Tweet thisPost on Facebook

Hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

Tweet thisPost on Facebook

En een geitenbok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

Tweet thisPost on Facebook

En op den vijfden dag: negen varren, twee rammen, en veertien volkomen eenjarige lammeren;


En hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

Tweet thisPost on Facebook

En een bok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

Tweet thisPost on Facebook

Daarna op den zesden dag: acht varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren;

Tweet thisPost on Facebook

En hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

Tweet thisPost on Facebook

En een bok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, zijn spijsoffer, en zijn drankofferen.

Tweet thisPost on Facebook

En op den zevenden dag: zeven varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige lammeren;

Tweet thisPost on Facebook

En hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar hun wijze;

Tweet thisPost on Facebook

En een bok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

Tweet thisPost on Facebook

Op den achtsten dag zult gij een verbodsdag hebben; geen dienstwerk zult gij doen.


En gij zult een brandoffer ten vuuroffer offeren, [ten] liefelijken reuk den HEERE; een var, een ram, zeven volkomen eenjarige lammeren;

Tweet thisPost on Facebook

Hun spijsoffer, en hun drankofferen tot den var, tot den ram, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

Tweet thisPost on Facebook

En een bok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, en zijn drankoffer.

Tweet thisPost on Facebook

Deze dingen zult gij den HEERE doen op uw gezette hoogtijden; behalve uw geloften, en uw vrijwillige offeren, met uw brandofferen, en met uw spijsofferen en met uw drankofferen, en met uw dankofferen.







This goes to iframe