Mattheus



Mattheus 5


En [Jezus], de schare ziende, is geklommen op een berg, en als Hij nedergezeten was, kwamen Zijn discipelen tot Hem.


Исусова проповед на Гори блаженства

En Zijn mond geopend hebbende, leerde Hij hen, zeggende:


Zalig [zijn] de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.


Zalig [zijn] die treuren; want zij zullen vertroost worden.


Zalig [zijn] de zachtmoedigen; want zij zullen het aardrijk beerven.


Zalig [zijn] die hongeren en dorsten [naar] de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden.


Zalig [zijn] de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden.


Zalig [zijn] de reinen van hart; want zij zullen God zien.


Zalig [zijn] de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden.


Zalig [zijn] die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.


Zalig zijt gij, als u [de] [mensen] smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil.


Verblijdt en verheugt [u]; want uw loon [is] groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u [geweest] [zijn].

Tweet thisPost on Facebook

Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal [het] gezouten worden? Het deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen, en van de mensen vertreden te worden.

Tweet thisPost on Facebook

Gij zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet verborgen zijn.


Noch steekt men een kaars aan, en zet die onder een koornmaat, maar op een kandelaar, en zij schijnt allen, die in het huis [zijn];

Tweet thisPost on Facebook

Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.


Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om [die] te ontbinden, maar te vervullen.


Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.


Zo wie dan een van deze minste geboden zal ontbonden, en de mensen alzo zal geleerd hebben, [die] zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie [dezelve] zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen.


Want Ik zeg u: Tenzij uw gerechtigheid overvloediger zij, dan der Schriftgeleerden en der Farizeen, dat gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins zult ingaan.


Gij hebt gehoord, dat [tot] de ouden gezegd is: Gij zult niet doden; maar zo wie doodt, [die] zal strafbaar zijn door het gericht.


Doch Ik zeg u: Zo wie te onrecht op zijn broeder toornig is, die zal strafbaar zijn door het gericht; en wie tot zijn broeder zegt: Raka! die zal strafbaar zijn door den groten raad; maar wie zegt: Gij dwaas! die zal strafbaar zijn door het helse vuur.


Zo gij dan uw gave zult op het altaar offeren, en aldaar gedachtig wordt, dat uw broeder iets tegen u heeft;

Tweet thisPost on Facebook

Laat daar uw gave voor het altaar, en gaat heen, verzoent u eerst met uw broeder, en komt dan en offert uw gave.


Weest haastelijk welgezind [jegens] uw wederpartij, terwijl gij nog met hem op den weg zijt; opdat de wederpartij niet misschien u den rechter overlevere, en de rechter u den dienaar overlevere, en gij in de gevangenis geworpen wordt.


Voorwaar, Ik zeg u: Gij zult daar geenszins uitkomen, totdat gij den laatsten penning zult betaald hebben.


Gij hebt gehoord, dat [van] de ouden gezegd is: Gij zult geen overspel doen.

Tweet thisPost on Facebook

Maar Ik zeg u, dat zo wie een vrouw [aan] ziet, om dezelve te begeren, die heeft alrede overspel in zijn hart met haar gedaan.


Indien dan uw rechteroog u ergert, trekt het uit, en werpt het van u; want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde.


En indien uw rechterhand u ergert, houwt ze af, en werpt ze van u; want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde.

Tweet thisPost on Facebook

Er is ook gezegd: Zo wie zijn vrouw verlaten zal, die geve haar een scheidbrief.


Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaten zal, anders dan uit oorzake van hoererij, die maakt, dat zij overspel doet; en zo wie de verlatene zal trouwen, die doet overspel.


Wederom hebt gij gehoord, dat [van] de ouden gezegd is: Gij zult den eed niet breken, maar gij zult den Heere uw eden houden.


Maar Ik zeg u: Zweert ganselijk niet, noch bij den hemel, omdat hij is de troon Gods;


Noch bij de aarde, omdat zij is de voetbank Zijner voeten; noch bij Jeruzalem, omdat zij is de stad des groten Konings;


Noch bij uw hoofd zult gij zweren, omdat gij niet een haar kunt wit of zwart maken;

Tweet thisPost on Facebook

Maar laat zijn uw woord ja, ja; neen, neen; wat boven deze is, dat is uit den boze.


Gij hebt gehoord, dat gezegd is: Oog om oog, en tand om tand.


Maar Ik zeg u, dat gij den boze niet wederstaat; maar, zo wie u op de rechterwang slaat, keert hem ook de andere toe;


En zo iemand met u rechten wil, en uw rok nemen, laat hem ook den mantel;

Tweet thisPost on Facebook

En zo wie u zal dwingen een mijl te gaan, gaat met hem twee [mijlen].


Geeft dengene, die [iets] van u bidt, en keert u niet af van dengene, die van u lenen wil.


Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben, en uw vijand zult gij haten.


Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief; zegent ze, die u vervloeken; doet wel dengenen, die u haten; en bidt voor degenen, die u geweld doen, en die u vervolgen;


Opdat gij moogt kinderen zijn uws Vaders, Die in de hemelen is; want Hij doet Zijn zon opgaan over bozen en goeden, en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.

Tweet thisPost on Facebook

Want indien gij liefhebt, die u liefhebben, wat loon hebt gij? Doen ook de tollenaars niet hetzelfde?


En indien gij uw broeders alleen groet, wat doet gij boven anderen? Doen ook niet de tollenaars alzo?

Tweet thisPost on Facebook

Weest dan gijlieden volmaakt, gelijk uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is.







This goes to iframe