Jakobus



 


Апостол Јаков

Jakobus, een dienstknecht van God en van den Heere Jezus Christus; aan de twaalf stammen, die in de verstrooiing zijn: zaligheid.


Acht het voor grote vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt;

Tweet thisPost on Facebook

Wetende, dat de beproeving uws geloofs lijdzaamheid werkt.

Tweet thisPost on Facebook

Doch de lijdzaamheid hebbe een volmaakt werk, opdat gij moogt volmaakt zijn en geheel oprecht, in geen ding gebrekkelijk.

Tweet thisPost on Facebook

En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij [ze] van God begere, Die een iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden.


Maar dat hij [ze] begere in geloof, niet twijfelende; want die twijfelt, is een baar der zee gelijk, die van den wind gedreven en op [geworpen] en nedergeworpen wordt.


Want die mens mene niet, dat hij iets ontvangen zal van den Heere.

Tweet thisPost on Facebook

Een dubbelhartig man [is] ongestadig in al zijn wegen.

Tweet thisPost on Facebook

Maar de broeder, die nederig is, roeme in zijn hoogheid.

Tweet thisPost on Facebook

En de rijke in zijn vernedering; want hij zal als een bloem van het gras voorbijgaan.

Tweet thisPost on Facebook

Want de zon is opgegaan met de hitte, en heeft het gras dor gemaakt, en zijn bloem is afgevallen, en de schone gedaante haars aanschijns is vergaan; alzo zal ook de rijke in zijn wegen verwelken.


Zalig is de man, die verzoeking verdraagt; want als hij beproefd zal geweest zijn, zal hij de kroon des levens ontvangen, welke de Heere beloofd heeft dengenen, die Hem liefhebben.


Niemand, als hij verzocht wordt, zegge: Ik word van God verzocht; want God kan niet verzocht worden met het kwade, en Hij Zelf verzoekt niemand.

Tweet thisPost on Facebook

Maar een iegelijk wordt verzocht, als hij van zijn eigen begeerlijkheid afgetrokken en verlokt wordt.

Tweet thisPost on Facebook

Daarna de begeerlijkheid ontvangen hebbende baart zonde; en de zonde voleindigd zijnde baart den dood.


Dwaalt niet, mijn geliefde broeders!

Tweet thisPost on Facebook

Alle goede gave, en alle volmaakte gifte is van boven, van den Vader der lichten afkomende, bij Welken geen verandering is, of schaduw van omkering.


Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord der waarheid, opdat wij zouden zijn [als] eerstelingen Zijner schepselen.


Zo dan, mijn geliefde broeders, een iegelijk mens zij ras om te horen, traag om te spreken, traag tot toorn;

Tweet thisPost on Facebook

Want de toorn des mans werkt Gods gerechtigheid niet.

Tweet thisPost on Facebook

Daarom, afgelegd hebbende alle vuiligheid en overvloed van boosheid, ontvangt met zachtmoedigheid het Woord, dat in [u] geplant wordt, hetwelk uw zielen kan zaligmaken.


En zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelven met valse overlegging bedriegende.

Tweet thisPost on Facebook

Want zo iemand een hoorder is des Woords, en niet een dader, die is een man gelijk, welke zijn aangeboren aangezicht bemerkt in een spiegel;


Want hij heeft zichzelven bemerkt, en is weggegaan, en heeft terstond vergeten, hoedanig hij was.

Tweet thisPost on Facebook

Maar die inziet in de volmaakte wet, die der vrijheid is, en daarbij blijft, deze, geen vergetelijk hoorder geworden zijnde, maar een dader des werks, deze, [zeg] [ik], zal gelukzalig zijn in dit zijn doen.


Indien iemand onder u dunkt, dat hij godsdienstig is, en [hij] zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart verleidt, dezes godsdienst is ijdel.

Tweet thisPost on Facebook

De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en den Vader is deze: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking, [en] zichzelven onbesmet bewaren van de wereld.







This goes to iframe